Ik loop naar buiten hoor die zomerse geluiden En boven alles uit hoor ik de vogels fluiten Overduidelijk de buien zijn verleden tijd Truien zijn verdwenen, opa kijkt tevreden is verlost van de eenzaamheid Koning Winter heeft op deze plek z'n Waterloo gevonden Water stroomt onder de brug door Niet meer op de vlucht voor kou die in ijs kan veranderen Ijs in de handen van kinderen Laat de warmte maar zinderen, laat ze maar praten Laat maar, laat de zorgen maar varen Morgen is er weer een dag namelijk Vast een afspraak maar niet zo dadelijk Ik zie een mus die een nestje voor de kleintjes maakt Nog een twijgje en klaar, Ik sta erbij en kijk ernaar Blijkbaar is de eenvoud een wonder Alledaags maar het voelt toch bijzonder En ik loop verder op m'n pad Op weg richting de stad die ik ken als m'n binnenzak Er zitten mannetjes op een bank op het plein Ze doen tof, ik groet toch en zij groeten mij (Haha) En ergens is het grappig Zo was ik vroeger ook maar ik ben nu volwassen Volgens de wet maar ik zet daar m'n twijfels bij Volgens mij ben ik als een kind zo blij En je vraagt: 'waar is God?' Ik zie God overal om me heen, overal om me heen Ik neem nog maar een slokje van m'n glühwein Met de winter in m'n kop proost ik op waar we nu zijn Lachajem, daar ga je, want binnen is de verveling Stap m'n balkon op en leg m'n tong is op de railing Fluitend naar buiten en zie de hangende buien Diezelfde Koning Winter heeft nu niet naar me geluisterd Hij zei: 'de winter in ons leven waarderen we niet' Ik moet lachen, ben weer een dag ouder en geniet Net als die toffe mannen op 't bankje in de stad Groet ik de toekomst en zwaai naar alle plannen die ik ha Nu ik de tijd heb lijkt het alsof die fijne mindset Mij bereikt en ik verleid ben om te schrijven Ik bel de mannen van om te babbelen over plannen Die ons weinig faam geven, maar ons hart verwarmen Die zomer voelen in winterse taferelen Zie overal om me heen dat mensen gevoelens delen En we zeiden 'tot hier', maar gingen toch verder Leerden om nog meer te gaan vertrouwen op de Herder Was een verloren aap, slingerde maar wat rond Sloeg mezelf op de borst en vocht om de apenrots Ja, Darwin was trots maar die tijden zijn vervlogen Dit bevroren hart is door wonderen gesmolten Ik zie nu hoe die winter langzaamaan verdween Als sneeuwt het dagelijks nog overal om me heen