Soms wil ik weer dat meisje zijn Nog lief en kinderlijk en klein Met fantasie en zachte haren Soms vlucht ik t'rug naar lang gelee' Naar autoped en Pighelmee De kleuterschool, m'n kinderjaren Soms, als ik ouwe foto's zie Ik bij m'n vader op z'n knie Of met m'n moeder, wang aan wang Dan weet ik wat ik t'rug verlang Die liefde en die veiligheid Die koestering, die kindertijd Soms wil ik weer dat meisje zijn Dat speelde in 't raamkozijn Met pannetjes en een fornuisje En alle spelletjes van toen Die zou ik over willen doen 'Wie komt er in m'n huisje' Vakanties vierden wij in Zeist Daar werd in rust naar toegereisd De thermosfles, gevuld met thee Zo fijn voor in de treincoupe En later werd 't altijd warm Ik dommelde in moeders arm Je werd toen nog niet opgejaagd 'T Leven ging toen niet zo vlug Ik denk daar dikwijls aan terug En heb me wel eens afgevraagd Wanneer je alles goed bekijkt Wat heb je eigenlijk bereikt Soms wil ik weer dat meisje zijn Nog lief en kinderlijk en klein Met fantasie en zachte haren Soms vlucht ik t'rug naar lang gelee' Naar autoped en Pighelmee Naar strik-in-'t-haar en schortje-voor Naar dagje-uit en kinderkoor Een zomermiddag aan de zee Een meisje speelt er heel tevree' Haar ouders dichtbij, alle twee Soms wil ik weer dat meisje zijn Soms wil ik weer dat meisje zijn Tekst en muziek: C.M.Schonberg/H.P.den Boer