Het was mistig, het was koud. Het was midden in de nacht. En ik zocht naar het geluk in een uitgestorven stad. Was alleen en wist niet goed meer wat ik wou, of waar ik was. Maar ik was dichter bij de kern dan ik dacht. Ik was een schaduw van mezelf. Niemand zag me staan. Ik schreef alleen nog woorden in een bloemenloze taal. Ik was moe en wist niet goed meer thuis te brengen wat ik zag. Maar ik was dichter bij de kern dan ik dacht. Ik was dichter bij de kern dan ik dacht. Ik was dichter bij de kern dan ik dacht. Toen ik verloren was gelopen en de uitweg niet meer zag, was ik dichter bij de kern Dan ik dacht. Ik was overal en nergens, in men eigen web verward. Zag een doorgedraaide wereld en de waan van elke dag. En ik trok mezelf in twijfel tot er niets meer over was. Maar ik was dichter bij de kern dan ik dacht. Dichter bij de kern dan ik dacht. Ik was dichter bij de kern dan ik dacht. Toen ik verloren was gelopen en de uitweg niet meer zag, was ik dichter bij de kern Dan ik dacht. Zie de leegte onder ogen wees niet bang. Adem in en adem uit en volg de lijnen in je hand. Het gevaar is altijd kleiner dan de angst. En als je niet meer weet wat waar is, wat je drijft en wie je bent, ben je dichter Bij de kern dan je denkt. Je bent dichter bij de kern dan je denkt. Als je niet meer weet wat waar is, wat je drijft of wie je bent, ben je dichter bij, Dichter bij, dichter bij de kern dan je denkt. Je bent dichter bij de kern dan je denkt. Als je als je niet meer weet wat waar is, wat je drijft of wie je bent, ben je dichter Bij de kern dan je denkt. Je bent dichter bij de kern, dichter bij de kern dan je denkt.