Duisternis die bang maakt, Dwingend in haar begrip. Meters hoge golven brekend op een klip Dromen dat ik vast zit op een Zinkend schip. Dan ben jij de deur Die open gaat. Voel de warme zon en weer kleur op mijn gelaat Langzaam word ik wakker jij komt dichterbij. Zijde zachte haren vallen over mij. Voel je vlugge handen plagend in mijn zij. Je mond is als een bloem die open staat. Wachtend op de dagen die de liefde ons nog laat. Zonder de seizoenen staat het leven stil. Zonder februari wordt het nooit april. 'S Zomers klagen boeren altijd steen en been. 'S Winters zijn de vissers door hun netten heen. Maanden kan het duren voor ik jou zal zien. Word het weer de lente of de herfst misschien. Dagen zal ik tellen als de winter valt. Bij de telefoon als de champagne knalt. Leg me erbij neer dat jij maar 1 keer komt. Dat seizoen van ons waarin de tijd verstomt. Wat de mensen zeggen het laat me koud. 'K aanvaard mijn lot als jij maar van me houd. Jij geeft me extra warmte als mijn hart ooit bevriest. Maar uit angst dat ooit een van ons verliest. Noem je net als ik een beetje triest. Je mond is als een bloem die open gaat. Zoekend naar de ruimte die de liefde ons nog laat. Zonder de seizoenen staat het leven stil. Zonder februari wordt het nooit april. 'S Zomers klagen boeren altijd steen en been. 'S Winters zijn de vissers door hun netten heen. Maanden kan het duren voor ik jou zal zien. Word het weer de lente of de herfst misschien. Dagen zal ik tellen als de winter valt. Bij de telefoon als de champagne knalt. Leg me erbij neer dat jij maar 1 keer komt. Dat seizoen van ons waarin de tijd verstomt. Wat de mensen zeggen het laat me koud. ‘k aanvaard mijn lot als jij maar van me houd. {Instrumentaal} Dagen zal ik tellen als de winter valt. Bij de telefoon als de champagne knalt. Leg me erbij neer dat jij maar 1 keer komt. Dat seizoen van ons waarin de tijd verstomt. Wat de mensen zeggen het laat me koud. 'K aanvaard mijn lot als jij maar van me houd. Zonder de seizoenen staat het leven stil. Zonder februari wordt het nooit april. 'S Zomers klagen boeren altijd steen en been. 'S Winters zijn de vissers door hun netten heen. Maanden kan het duren voor ik jou zal zien. Word het weer de lente of de herfst misschien. Dagen zal ik tellen als de winter valt. Bij de telefoon als de champagne knalt. Leg me erbij neer dat jij maar 1 keer komt. Dat seizoen van ons waarin de tijd verstomt.