Ze was verbaast dat de man Die ze goed dacht te kennen Van de werken daarna Zichzelf verzonnen had Het was de plan van de man Waar ze nooit aan zou wennen Geen licht meer op straat Ze is alleen in de donkere stad In de stad die te groot was Niet als de dood was Te open bloot was Maar dat nooit aan haar lag Omdat ze niet wilde zien Maar geloven wat ze zag Ze had gedacht dat nu nou ze ouder en wijs was De tijd wel voorbij was dat het d'r tegen zat Maar de glans die ze aanzag vergoud van zwegen Geen glans meer op straat alleen in de glansloze stad In de stad die te groot was Niet als de dood was Te open bloot was Maar dat nooit aan haar lag Omdat ze niet wilde zien Maar geloven wat ze zag Verrast door zichtzelf Dat ze leeg en alleen is Terwijl ze het stiekem wel wist Ze had zich vaak voorgenomen Hier nooit meer te komen Maar even zo vaak gemist Ze had hem willen vertellen Haar niet meer te bellen Maar steeds had ze anders beslist Ze wordt van achter haar naam En ze gaat harder lopen boos op zichzelf Omdat ze niets heeft doorgehad Ondanks alles verhalen gewoon blijven hopen Geen hoop meer op straat in de hopeloze stad In de stad die te groot was Niet als de dood was Te open bloot was Maar dat nooit aan haar lag Omdat ze niet wilde zien Wat iedereen al zag Ze waant zich alleen Als ze kijkt naar zichzelf In de spiegel van water op straat Ze bedenkt hoe ze ooit zeker wist dat ze nooit Maar daarvoor is het nu te laat Ze besluit daar die nacht dat ze niets meer verwacht Dat het al eeuwen zo gaat Omdat het al eeuwen lang zo gaat Omdat het eeuwen al zo gaat Omdat het eeuwen al zo gaat