Zaterdagochtend, veel volk in de winkel Ze staat wat te dromen, ze voelt zich niet goed Want zij heeft op de tafel zijn briefje gevonden Er is iemand anders, ik ben er vandoor Maar ze kan hem niet vergeten, ook al doet ze zoveel moeite Ze moet steeds aan hem denken want ze ziet hem veel te graag En ze wil hem niet vergeten, ze blijft erin geloven Ooit komt hij weer Ooit komt hij weer Woensdagnamiddag, de vriendjes gaan spelen Ze vragen haar mee, maar ze heeft niet veel zin Want ze voelt zich verraden, alleen en verloren Haar papa is weg met een nieuwe vriendin Maar ze kan hem niet vergeten, ook al doet ze zoveel moeite Ze moet steeds aan hem denken, want ze ziet hem veel te graag En ze wil hem niet vergeten, ze blijft erin geloven Ooit komt hij weer Ooit komt hij weer Maar ze kan hem niet vergeten, ook al doet ze zoveel moeite Ze moet steeds aan hem denken, want ze ziet hem veel te graag En ze wil hem niet vergeten, ze blijft erin geloven Ooit komt hij weer Maar ze kan hem niet vergeten, ook al doet ze zoveel moeite Ze moet steeds aan hem denken, want ze ziet hem veel te graag En ze wil hem niet vergeten, ze blijft erin geloven Ooit komt hij weer Ze kan hem niet vergeten, nee Ze wil hem niet vergeten, ze blijft erin geloven Ooit komt hij weer Ooit komt hij weer