Vandaag schiet de zon weer omhoog uit de polder De kop van een boer aan de drank. Een opgejaagd dier huilt door de straten, In het zuiden staan bossen in brand. Vandaag draait de aarde weer dwaas in de rondte, Een spookschip verdwenen op zee. En wij, klein gespuis van adem en botten, We draaien mee. Vandaag gaan de groten der aarde weer praten, Wie sputtert krijgt met de lat. De buurvrouw ligt naakt over het vloerkleed te rollen, De tijdgeest jeukt in d'r gat. Vandaag is de kermis voor iedereen open, Vergeet je grauwe verdriet. Vreten en zuipen, vechten en naaien, Dat wou je toch, Piet! Vandaag is de dag dat de duivel gaat dansen, De laarzen weer stampen Door Hein op het orgel begeleid. Vandaag is de dag dat de goden gaan springen, De droom weer gaat zingen, Herboren, verloren, bevrijd, De eerste dag, de laatste dag, vandaag is de dag, De dag van altijd. Vandaag valt de nacht weer over de velden, De dag toont zijn ware gezicht. De schimmen kruipen verbaasd uit hun holen, Grijpen verdwaasd naar het licht. En weer gaat het doek omhoog voor het wonder, Het stuk heet