Der sta geenen jukebox in mijn stamcafé Maar nen toog en een deure met de letters wc Een stove met kolen die 's winters brandt Wat tafels en stoelen al proper aan de kant En je drinkt er een pintje met yvonne en omer En j' hoort naar de toeren van oscar en valeer De kaarters vloeken ze spelen om te winnen Ach 'k wist nie da't leven zo simpel kost zijn De prenten aan de muren waar de peerden op staan Vertellen van nen tijd die voorbij is gegaan Lijk gustje die zingt nog la guerre est finie De quatorze dixhuit les boches parties Maar sedert dien tijd is er hier niets meer gebeurd Niets meer veranderd ja de prenten wat verkleurd De mensen gaan hier voort of een voor een dood En 't jong volk verdient elders nu beter zijn brood 'T passeer'n nu touristen voor 't raam van 't café Auto's vol gapers alhier op tournee In vliegende vaart ach de mensen zijn zot En beetje per beetje gaat 't dorp d'r an kapot Een autostrade een fabrieke nog een paar jaar geduld Ach god van den hemel wie draagt 'r hier de schuld Wel ik dwaze zanger 'k ga 't nooit nie verstaan Dat den tijd zelfs hier nie kan blijven stille staan