Soms denkt hij aan boten op een meer Die zag hij ooit eens door een raam Van een bruin café Met een lang vergeten naam Soms ook heel even aan het weer Of aan het toch wel zeer markante feit Dat de hak van z'n rechterschoen Sneller dan die van z'n linkerschoen verslijt Bijna nooit Af en toe Eerder toevallig Nooit echt lang Aan de kamer van z'n jeugd En de bloemen op 't behang En verder eigenlijk vooral Quasi onophoudelijk aan haar