Ik loop het tuinpad op, de rozenstruiken in de
Kant, lang geleden door mijn vader geplant,
Ik zie het mos op de pannen, de
Schoorsteen blaker-zwart, ik zie mijn eigen
Toekomstplannen, ze staan nog steeds
Geschilderd op de ramen, alle namen van de
Meisjes van toen, en ook de dingen die we
Samen gingen doen
En ik weet, ik besef, nu pas weet ik, het was
Altijd daar, diep van binnen als een verborgen
Juweel, het oude huis, het huis van fluweel
Waar mijn moeder voor de spiegel stond
Een lint in haar haren bond
Waar mijn vader met de hond de deur uit ging
Een beeld van toen, een herinnering,
Een vader en een hond
Een sterveling als elke sterveling
En ik die torens bouwde op de grond
Ik, de kleine wekeling
Dit huis, het grijpt me naar de keel
Dit huis, dit huis van fluweel
Probeer het maar, loop maar ver weg, weg van
Alles wat je beneden hield, weg van alles wat
Trok en zwaar lag op het hart, leef bezield en
Groots, arm als een bedelaar desnoods, maar
Wel groots, ik bedoel in de manier waarop je
Kijkt, in de manier waarop je ondanks alles
Telkens naar de sterren reikt,
Kies! kies wat voor jou is, en als je kiest, kies
Dan voor het beste, altijd, principieel
En nooit vergeten waar alles begon, in jouw
Huis, jouw huis... van fluweel
Waar je moeder voor de spiegel stond
Een lint in haar haren bond
Waar je vader met de hond de deur uitging
Een beeld van toen, een herinnering, een vader
En een hond,
Een sterveling als elke sterveling
En jij die torens bouwde op de grond
Jij, de kleine wekeling
Dat huis, dat huis, je ziet het haarscherp nu,
Dat huis, het grijpt je naar de keel
Dat huis van fluweel
Поcмотреть все песни артиста