O zoete zomer Die het lichaam verblijdt Ik voel met net als in de kindertijd Zie haar nu braden In de zon Gesmout en blinkend Handenvol rond Al die visioenen Waaraan een priester moet weerstaan Maar één ding is zeker Er is geen ontkomen aan Je kan nog zo zeggen Ik blijf hier vanaf Je weet? t nooit zeker Tot je rust in je graf Je kan nog zo zeggen Ik blijf hier vandaan Er is ook de stand van de sterren en de maan Je kan net zo goed zeggen De klok zal niet meer slaan Maar één ding is zeker Er is geen ontkomen aan Eén ding is zeker Er is geen ontkomen aan Een vrouw is een bloem De duivel in persoon Ze weet je te vinden Waar je ook woont Groot is de weerstand ? K Laat me niet gaan Groot zijn haar ogen En je kan hier niet meer vandaan De discipline Om aan deze lokroep te weerstaan Maar één ding is zeker Er is geen ontkomen aan Ja, één ding is zeker Er is geen ontkomen aan