Robbie poetste instinctief z'n tanden Voor hij de nacht in reed, stoere dingen zei en deed Hij had alleen lawaai en apekool voor handen En het was altijd al te laat als iets hem speet En hij vond het zelf ook steeds minder leuk Maar hoe merk je zoiets als een buil op een deuk Hij ging door, schijnbaar onverstoorbaar door Maar één keer te vaak z'n broek gescheurd Aan het zadel van z'n fiets Altijd een nieuwe, nooit 'ns een oude Nooit 'ns echt ziek maar altijd verkouden En hij werd er zo moe van Zo ongelooflijk moe van Maar hou je schouders recht had z'n vader gezegd Ach Robbie je aarde zal nooit de dijk kunnen dichten Alleen is alleen en alleen kan je niemand verplichten Dus neem er nog één en dan blijven we samen tot morgen Dan zien we wel weer ach kerel maak je geen zorgen