Ik hang aan de toog en we praten wat na Zoals ik dat graag met je doe Wat biertjes en voetbal en voor ik straks ga Vertrouw ik je gauw nog iets toe Want na al die jaren ben jij er nog steeds Hier in 't café, het verbaast me Er zijn kinderen gekomen en vrouwen gegaan Maar wat er ook was je stond naast me Tranen met tuiten, geluk en verdriet We hebben gelachen en soms ook weer niet Ruzie gemaakt en liefde gedeeld Ik heb me nooit met je verveeld Op onze vriendschap hef ik het glas Omdat je er bent en er steeds voor me was Tranen met tuiten en veel, zo veel liefde gedeeld Schouder aan schouder, hij was toen nog jong We werden dat jaar kampioen (We moeten eerlijk zijn hé) Vandaag is hij ouder maar als het wat kon Zou ik het met jou overdoen Want zaterdagavond dat blijft voor altijd Wij in 't café, het verbaast me Er zijn kinderen gekomen en vrouwen gegaan Maar wat er ook was je stond naast me Tranen met tuiten, geluk en verdriet We hebben gelachen en soms ook weer niet Ruzie gemaakt en liefde gedeeld Ik heb me nooit met je verveeld (Op onze vriendschap hef ik het glas) (Omdat je er bent en er steeds voor me was) Tranen met tuiten en veel, zo veel liefde gedeeld (Als er mensen zijn die toevallig een pintje vasthebben) (Steek dat maar eens in de lucht, dat mag hé) (En alle mensen die je graag ziet) (Pak die nog een beetje dichter bij u) (Ook die mensen daarboven hé) Want op onze vriendschap hef ik het glas Omdat je er bent en er steeds voor me was Tranen met tuiten en weet Ik heb me nooit met je verveeld Tranen met tuiten en veel, zo veel Liefde gedeeld (Miguel Wiels)