De geur van verse rode rozen, Is nu verdwenen uit ons huis. Ons hele leven plots in dozen, Voor mij een vreemde zonder thuis. Op de tafel ligt je sleutel, Er staan twee lege glazen wijn. En een brief met daarop: "sorry". Klaar om weer alleen te zijn. Niet vergeten, Niet vergeten, liefste! Dat wat we deden, Zomaar over kon zijn. Nu de regen mij met twijfels achterlaat En onze hele wereld onder water staat. Zeg jij dat er over alles is gepraat, Maar we kunnen ons redden. We kunnen ons redden. Jij die met lipstick elke morgen, Iets grappig op de spiegel schreef. Ik die er altijd weer voor zorgde, Dat jij op tijd je koffie kreeg. Waar zijn die alledaagse dingen Tussen ons zo plots naartoe? Ik hield zo van onze routine, Maar de routine is ons moe. Niet vergeten, Niet vergeten, liefste! Dat wat we deden, Zomaar over kon zijn. Nu de regen mij met twijfels achterlaat En onze hele wereld onder water staat. Zeg jij dat er over alles is gepraat, Maar we kunnen ons redden. We kunnen ons redden. Nu de regen mij met twijfels achterlaat En onze hele wereld onder water staat. Zeg jij dat er over alles is gepraat, Maar we kunnen ons redden. We kunnen ons redden. We kunnen ons redden. We kunnen ons redden.