Appels hangen in de boom, Wiegen zacht, in jouw droom Zoete adem, zoete geur Ochtendzon, ochtendkleur Proef je lichaam, smaak van zilt Ochtendroes, ochtendschild Nimmer wakker, nimmer slaap Jij en ik, droom en daad Het leven kabbelt voorbij Een seizoen in een eeuwigheid Begrensd door de horizon Ik wou dat ik je kussen kon Ogen zinderend in zweem, Heel dichtbij, en zo ver heen Dieper rakend, wij in zwijm Onbegrensd, ons geheim Het leven kabbelt voorbij Een seizoen in een eeuwigheid Begrensd door de horizon Ik wou dat ik je kussen kon Zoals wind door de bladeren waait, Mijn hand door jouw haren draait Het zilt op jouw lichaam proef Met jou in zomerdromen vertoef