Het begin is pril, kijkend naar de wereld door een roze bril Duimzuigend, luidmuilig, zonder reden almaar uithuilend Vrij uit mama's uitpuilende buik Waar je zwemmend en schoppend in het duister haar steeds uitbuitte Nu adem je dezelfde lucht als iedereen Dat is wat iedereen meestal weer vergeet Klein mensje, maak je borst maar nat en zet je schrap Er is een zeer beperkte tijd tussen de wieg en het graf Nu krijg je liefde zat dus geniet ervan Later ligt deze vanzelfsprekendheid niet voor de hand. Je bent een kind van je tijd zoals de meesten zijn Leeg, en steeds overgeleverd aan de beesten van het plein Dit is de dodenmars Links, rechts, links, rechts, daarna dooft de vlam Ik kijk omhoog naar het grote zwart Marcherend tot ik niet meer lopen kan Dit is de dodenmars Links, rechts, links, rechts, daarna dooft de vlam Ik kijk omhoog naar het grote zwart Marcherend tot ik niet meer lopen kan Met hun grote klauwen kunnen ze je hoofd verbouwen Meedogenloos lachen ze terwijl ze met hun ogen schouwen Beloven is vaak een loze poging tot vertrouwen Tragisch, tegelijkertijd vol schoonheid, als dode vrouwen Liefde is voor iedereen, aan niemand voorbehouden Niet te vatten met een ring al is het een grote gouden Er is een honger die niemand van ons spaart Azend tot je de laatste adem blaast en vergaat We vallen allemaal ten prooi, nu of ooit Voor die tijd wil ik niet zien hoe jij je leven vergooit Vandaag is paraat, maar de geest is verstrooid Het hart dat in me klopt is met een dode krans getooid Dit is de dodenmars Links, rechts, links, rechts, daarna dooft de vlam Ik kijk omhoog naar het grote zwart Marcherend tot ik niet meer lopen kan Dit is de dodenmars Links, rechts, links, rechts, daarna dooft de vlam Ik kijk omhoog naar het grote zwart Marcherend tot ik niet meer lopen kan