De zon komt op en ze kijkt door het raam.
Dit is niks voor mij.
Ze maakt zich op en ze kijkt zichzelf aan.
Een tijdperk glijdt voorbij.
Vandaag is nu of nooit.
Vandaag is nu of nooit.
Vandaag is nu of nooit.
Nu of nooit.
Ze leest haar mails van de laatste maand.
Geen woord dat haar nog raakt.
Ze zoekt een reden om door te gaan .
Maar heeft alles al 's meegemaakt.
Vandaag is nu of nooit.
Vandaag is nu of nooit.
Vandaag is nu of nooit.
Nu of nooit.
Zij wil niet dat je haar hoort.
Zij wil niet dat je haar stoort.
Zij wil niet dat je haar tegenhoudt.
Zij wil niet dat je haar smeekt.
Zij wil niet dat je nu breekt.
Zij gelooft niet dat je van haar houdt.
Zij is beter, ja zoveel beter.
Zij is beter dan deze wereld.
Zij is beter, ja zoveel beter.
Zij is beter dan deze wereld.
De zon daalt neer en ze denkt goed na.
Dit is niks voor mij.