Kom, zing met ons voor God. Bij hem is alles veilig Dus zoeken wij hem op. En gaan wij voor hem zingen. Want God heeft alle macht. De zee, het land, de bergen Zijn allemaal van hem. Omdat hij ze bedacht heeft. Kom, kniel met ons voor God, voor God die ons bedacht heeft: Wij wonen in zijn huis, en hij houdt ons in leven. Maar nu zegt God: ooit is het misgegaan. In de woestijn, daar zwierven jullie ouders, Daar daagden zij mij uit. Ik had mijn wonderen voor hen gedaan: Hoewel ze mij al hadden leren kennen Probeerden zij mij uit. Zij waren veertig jaar lang eigenwijs En doof, een pijnlijk lange tijd. Zij dachten nooit aan mij. Toen werd ik boos. Ik heb mijzelf beloofd: Het land waar ik hen rust zou laten vinden, Zij komen er niet in.