Wie hij redt
Zeggen het.
De HEER heeft hen van angst bevrijd,
Uit oost en west verzameld, noord en zuid.
Ze zwierven eenzaam rond in de woestijn en zochten naar een stad die
Ze niet vonden, een plek om thuis te zijn,
Maar ze verdwaalden, leden dorst en honger.
Ze waren uitgeput, ten einde raad,
Zoekers en zwervers aan het eind van hun latijn.
Ze schreeuwden van angst naar de HEER,
Hij wist hen uit levensgevaar te bevrijden,
Hij wees ze de weg naar een veilige stad,
Wees dankbaar en blij met de HEER, vanwege zijn liefde,
Vanwege het wonder van eten en drinken, van meer dan genoeg
Ze zaten in het diepe donker vast,
Gevangen in hun onmacht en ellende. Ze hadden God veracht,
Hij was beledigd,
Hij heeft hen vernederd. Ze waren in een nachtmerrie beland,
Achter de tralies - en geen helper bij de hand.
Ze schreeuwden van angst naar de HEER,
Hij wist hen uit levensgevaar te
Bevrijden, de ijzeren greep van verslaving en pijn.
Wees dankbaar en blij met de HEER vanwege zijn liefde,
Vanwege het wonder, hij opent de deuren, de weg maakt hij vrij.
Ze hadden zich misdragen onderweg en lagen toen
Ontredderd en ontregeld door eigen schuld op bed
En alles, ook het eten, stond hun tegen.
Meer dood dan levend gruwden ze van brood,
Ziek van ellende - voor de deuren van de dood.
Ze schreeuwden van angst naar de HEER hij wist hen uit
Levensgevaar te bevrijden,
Zijn reddende woord heeft hen beter gemaakt.
Wees dankbaar en blij met de HEER vanwege zijn liefde,
Vanwege het wonder, bedank hem met offers, bezing wat hij deed.
Ze waren zeelui op de grote vaart
Toen God de stormen losliet op het water, het ging omhoog, omlaag:
Hun schip werd opgetild en neergeslagen.
Ze tolden als bezopen heen en weer,
Stuurloze mensen - met de wanhoop in hun keel.
Ze schreeuwden van angst naar de HEER,
Hij wist hen uit levensgevaar te bevrijden,
Hij stilde de storm en zo kwamen ze thuis.
Wees dankbaar en blij met de HEER vanwege zijn liefde,
Vanwege het wonder, geef met de gemeente je psalmen aan hem.
Hij maakt rivieren tot woestijn
Wanneer de mensen beesten zijn,
Zoet wordt zout,
Goed wordt fout.
En andersom laat hij woestijn
Voor hongerige mensen vruchtbaar zijn.
Dan zaaien zij hun akkers in,
De wijngaard geeft een grote oogst,
Het zit mee
Met hun vee.
Maar zonder zegen gaat het niet,
Ze teren in, ze krimpen
Van verdriet.
De hoge heren minacht hij,
Het zal bij hen een warboel zijn
En de weg
Zijn ze kwijt.
De Herder leidt zijn kudde rond,
Hij maakt families talrijk
En gezond.
Oprechte mensen worden blij,
Ze zien dat alle onrecht zwijgt.
Wie is wijs?
Wie is wijs?
Wie deze dingen goed onthoudt,
De liefde van de HEER ziet
En zijn trouw.
Поcмотреть все песни артиста