HEER, mijn tegenstanders willen vechten. Neemt u het voor mij op?
Pak uw schild en zwaard en kom me helpen. Kom vechten voor mijn recht,
HEER, draai de rollen om en jaag ze op,
Dan zijn ze nergens meer.
Beloof dat u komt helpen, HEER!
Laat mijn vijanden voor gek staan,
Met het schaamrood op de kaken.
Jaag ze op en maak ze bang!
Laat hun vuile plan niet doorgaan,
Want ze nemen me te grazen
Als er niemand voor mij vecht.
Laat ze kaf zijn en verwaaien.
Laat ze weggeblazen worden
Door de engel van de Heer.
Laat ze dwalen. Laat het nacht zijn.
Laat de wegen spiegelglad zijn
Als Gods engel op hen jaagt.
Want mijn vijand wil me vangen,
Heeft een graf voor mij gegraven.
Toch heb ik hem niets misdaan.
Laat hem zelf een doodsmak maken,
In zijn eigen beerput vallen.
Laat hem kopje onder gaan.
Heer, hoe lang? Hoe kunt u dit nog aanzien?
Ik zou eindelijk weer kunnen lachen: 'HEER, u hebt mij bevrijd.'
Hij bevrijdt de armen en de zwakken: 'Geen mens is zoals hij!'
Ooit werd ik onderdrukt en kaalgeplukt,
Maar dat is nu voorbij.
Nu dank ik God. Nu ben ik vrij.
Ze bestoken mij met vragen,
Maar ik heb ze niets te zeggen,
Ook al klagen ze me aan.
Er blijft niets meer van me over:
Kaalgeplukt en leeggezogen.
Ik ben veel te goed geweest.
Heer, hoe lang kunt u dit nog aanzien?
Als zo'n vijand ziek op bed lag,
Bad ik steeds voor hem en vastte.
Ik dacht heel de tijd aan hem.
Alsof hij een vriend, een broer was
En mijn eigen moeder dood was,
Zo zat ik in zak en as.
Heer, hoe lang? Hoe kunt u dit nog aanzien?
Maar nu ik op mijn gezicht ga,
Zitten zij om mij te lachen.
Met zijn allen slaan ze toe.
Het is niet om aan te horen.
Als die etterbakken lachen,
Laten zij hun tanden zien.
Heer, hoe lang? Hoe kunt u dit nog aanzien?
Heer, die leeuwen bijten mij de strot af! Hoe lang kijkt u nog toe?
Hoe lang wilt u mij nog laten wachten? U moet nu echt iets doen,
Want dan vertel ik rond dat u mij hielp.
Ik leef maar één keer, God.
Ik wil vertellen wat u deed.
Laat mijn vijanden niet lachen
Met hun achterbakse grappen
Om een vredelievend mens.
Ze zijn niet op zoek naar vrede,
Maar ze haten zonder reden
En ze schreeuwen: 'Moet je zien!'
Heer, hoe lang? Hoe kunt u dit nog aanzien?
U hebt het gezien, HEER,
U hebt het gehoord, HEER.
Doe niet of u doof bent.
Zeg nou toch eens wat.
Ligt u soms te slapen?
Sta op voor mijn rechtszaak
Want u bent rechtvaardig.
U zet alles recht,
Dus laat ze niet lachen
En laat ze niet zeggen:
'Wij hebben gewonnen!
Kijk die stakker toch!'
Laat mijn tegenstanders afgaan,
En er zelf verslagen bij staan,
Want ze kijken op me neer.
Laat mijn vijanden voor gek staan,
Want ze lachen om mijn lijden
En ze dansen op mijn graf.
Heer, hoe lang? Hoe kunt u dit nog aanzien?
Er zijn mensen die al tijden wachten: 'Wanneer doet God hem recht?'
Laat ze vrolijk zijn en laat ze lachen: 'God heeft hem recht gedaan.'
Dan zingt uw goede naam door heel het land,
Dan stamel ik uw naam,
Dan zingt uw naam voor altijd rond.