Kijk, als God verschijnt,
Vlucht de vijand weg,
Vliegt hij alle kanten op.
Hij verdwijnt als mist en rook
Die de wind verjaagt,
Hij smelt weg als was in vuur.
Maar de mens die God vertrouwt,
Is blij als hij verschijnt
En gooit zijn armen juichend in de lucht.
Zing dan voor de HEER,
Noem en roem zijn naam:
God die door de vlakte jaagt.
Hij is vader van het kind
Dat een vader mist,
Helpt de vrouw die niemand ziet.
Hij geeft daklozen een thuis,
Maar wie van hem niets wil,
Zal wonen waar geen plantje leven kan.
Zing dan voor de HEER,
Noem en roem zijn naam.
Zing dan voor de HEER,
Noem en roem zijn naam.
U liet alle mensen zien hoe u een spoor trok.
Heer, u liep niet, nee, u schreed door de woestijn.
Heel de aarde was geschokt,
Wolken werden leeggestort
Toen de God van Israël zijn berg verliet.
En een milde regen viel
Over dit verdroogde land;
Al uw mensen kregen wat u had beloofd.
God gaf opdracht en hij liet door vrouwen zeggen
Dat de tegenstand finaal gebroken was.
In een vloek en in een zucht
Sloeg de vijand op de vlucht,
Maar de heer verstrooide hen als zachte sneeuw
Jullie sliepen bij de ruif
Als een opgedofte duif,
Terwijl meisjes zich bemoeiden met de buit.
Bergen zijn jaloers,
Godenbergen zien
Dat God op de Sion woont.
Altijd blijft die plek zijn thuis.
Kijk, daar komt de HEER,
Met een eindeloze stoet.
Wie of wat u tegenkomt,
U neemt het met u mee
En brengt het naar de hoogte van uw huis.
Heer, ik zegen u,
U draagt onze last,
Geeft ons leven zonder dood.
Wie van rottigheid geniet,
Trapt u onderuit.
Heer, u hebt het ons beloofd:
Honden eten van hun vlees,
Wij waden door hun bloed.
U haalt ons weg en brengt ons weer naar huis.
Heer, ik zegen u,
U draagt onze last,
Heer, ik zegen u,
U draagt onze last.
In een bonte stoet, God, gaat u naar uw huis toe,
Naar het heiligdom, Heer, waar u zo graag woont.
Zangers zingen op de maat
Van de meisjes met hun trom
En de gitaristen spelen dat het spat.
Heel die grote bonte stoet
Zingt u toe en zegent u,
Zingt de God van Israël zijn zegen toe.
'T Is een hele lange stoet, er komt geen eind aan,
Maar de kleine Benjamin loopt mooi voorop.
Dan komt Juda met zijn volk
En vervolgens Zebulon
En daarachter volgt de stam van Naftali.
Zij gaan zingend met u mee,
Zij gaan met u mee naar huis,
Zij gaan zingend naar de plaats waar u graag woont.
U kunt laten zien
Wat u voor ons deed,
Deed vanuit Jeruzalem.
Macht en rijkdom, lieve Heer,
Knielen voor u neer,
Geven u de hoogste eer.
Zelfs de beesten, gek van geld,
Aanbidders van geweld,
Die moeten buigen in Jeruzalem.
Zing een lied voor God,
Aarde, land en stad.
Zing je mooiste psalm voor God,
Die in tijd en eeuwigheid
Door de hemel rijdt.
Gods stem dondert in een wolk.
Overweldigend is Hij,
De God van Israël,
Bezielt zijn mensen, geeft ze nieuwe kracht.
Zing een lied voor God,
Aarde, land en stad.
Zing een lied voor God,
Aarde, land en stad.
Поcмотреть все песни артиста