Laat ik zingen, laat ik zingen, – zingen voor de HEER – Zingen van zijn goede naam. – zingen van zijn naam – Laat ik nooit en nooit vergeten – wat hij deed en doet – Wat hij doet en heeft gedaan. Hij vergeeft je je fouten. Die last ben je kwijt. Hij geneest al je ziekten. Je ademt weer vrij, Je was bang dat je doodging. Die tijd is voorbij. De HEER siert je met liefde en vriendelijkheid. Dankzij hem ben je prachtig. Het geluk lacht je toe, Want de HEER geeft je vleugels en je wordt nooit moe. Hij komt op voor de zwakken. Hij vecht voor hun recht. In zijn naam klinkt al door dat hij doet wat hij zegt En hij zegt tegen Mozes: 'Ik wijs je de weg En ik geef je mijn liefde, ik geef je mijn wet.' Hij loopt over van liefde en van vriendelijkheid En geen mens is zo eerlijk en zo trouw als hij. De HEER koestert geen wrok en hij zint niet op wraak, Maar hij straft ons voorzichtig en blijft niet lang kwaad. Ook al zaten wij fout, ook al klaagt hij ons aan, Hij blijft niet op zijn recht staan, maar laat ons weer gaan. Hij loopt over van liefde en van vriendelijkheid En met liefde vergeeft hij en hij spreekt ons vrij, Want je fouten zijn weg als de HEER je vergeeft, Van de aarde verdwenen. Je zoekt ze vergeefs. Kijk omhoog naar de hemel, dan duizelt het jou: Even duizelingwekkend en groot is Gods trouw. Hij loopt over van liefde voor een mens die hem dient. Hij blijft altijd je vader en je bent zijn kind. God schiep ons zelf Uit stof en as. God kent de mens. De mens is gras Dat zo verdort. Het gaat voorbij. De mens leeft kort. Hij is een bloem. Wanneer het stormt Dan knakt zijn steel En hij verdort. Hij leeft maar kort. De mens is gras Dat zo verdort. Maar onsterfelijk groot is de trouw van de HEER En zijn liefde verwelkt niet, maar bloeit altijd weer. Hij zweert eeuwige trouw aan een mens die hem dient. Voor zijn kind en zijn kleinkind is God als een vriend. De HEER troont als een koning in zijn hemelpaleis. Als een koning regeert hij heel zijn wereldrijk. Laat de engelen zingen, die doen wat God zegt, Die geweldige helden die vliegen voor hem, Heel dat hemelse leger: Gods wil is hun wet. Dat zijn schepselen zingen: volkomen terecht, Want hij gaf hun de adem, laat hen zingen voor hem En ook ik blijf maar zingen. Ik geef hem mijn stem. Laat ik zingen, laat ik zingen, – zingen voor de HEER – Zingen van zijn goede naam. – zingen van zijn naam – Laat ik nooit en nooit vergeten – wat hij deed en doet – Wat hij doet en heeft gedaan. Tekst: Liesbeth Goedbloed Melodie: Richard Schuddebeurs, Roeland Smith Grondtaalbegeleiding: Ruud ter Beek