Om acht uur kijkt het kamerlid Nog eenmaal in de spiegel En hij plukt het laatste pluisje van zijn pak De jongen op de straathoek Pikt een burger bij McDonalds En bewaart het laatste restje in zijn zak Om acht uur heeft het meisje al een klant Die liep te dwalen in de regen Na de allerlaatste trein En ze houdt haar kleren aan Als hij zijn hoofd tussen haar borsten legt Alleen om niet alleen te hoeven zijn En nog altijd wiegt Maria Het lichaam in haar schoot Het lichaam van haar jongen Is van marmer Hij is dood En zuster Alma schuifelt langs En slaat een kruis En fluistert zachtjes: pietà Pietà pietà Om tien uur kijkt het kamerlid Nog eenmaal in het tijdschrift Waar hij minzaam lachend op de foto staat De jongen bij McDonalds Wrijft de ochtend uit zijn ogen En kijkt rond of hij zijn vriendje ziet op straat Om tien uur laat het meisje de meneer uit Die in slaap gevallen was Na een glas rode wijn En ze slentert naar de buurvrouw En deelt haar laatste blikje cola Alleen om niet alleen te hoeven zijn En nog altijd wiegt Maria... Om twaalf uur zoekt het kamerlid Een stoel op het caféterras De jongen scharrelt rond bij de fontein De man is in de trein gestapt Het meisje loopt het plein op Alleen om niet alleen te hoeven zijn En nog altijd wiegt Maria...