Mijn Jezus, ik hou van U, Ik noem U mijn Vriend. Want U nam de straf op U Die ik had verdiend. De grote Verlosser, Mijn Redder bent U; 'K Heb van U gehouden, Maar nooit zoveel als nu. Mijn Jezus, ik hou van U, Want U hield van mij. Toen U aan het kruis hing, Een wond in uw zij. Voor mij de genade, Een doornenkroon voor U; 'K Heb van U gehouden, Maar nooit zoveel als nu. Ik zal van U houden In leven en dood. En ik wil U prijzen, Zelfs dan in mijn nood. Als ik kom te sterven, Dan roep ik tot U: 'K Heb van U gehouden, Maar nooit zoveel als nu. Als ik in uw glorie, Uw eeuwigheid kom, Dan buig ik mij v¢¢r U, In uw heiligdom. Gekroond met uw heerlijkheid, Zal 'k zingen voor U: 'K Heb van U gehouden, Maar nooit zoveel als nu, Maar nooit zoveel als nu.