De Heer is mijn Herder! 'K Heb al wat mij lust; Hij zal mij geleiden Naar grazige weiden. Hij voert mij al zachtkens Aan waat'ren der rust. De Heer is mijn Herder! Al dreigt ook het graf, Geen kwaad zal ik vrezen, Gij zult bij mij wezen; O Heer, mij vertroosten Uw stok en uw staf! De Heer is mijn Herder! In 't hart der woestijn Verkwikken en laven Zijn hemelse gaven; Hij wil mij versterken Met brood en met wijn. De Heer is mijn Herder! Hem blijf ik gewijd! 'K zal immer verkeren In 't huis mijnes Heren: Zo kroont met haar zegen Zijn liefde me altijd.