(Zullen ze weer na afloop gaan zeggen) (Dat ik uh, dat ik vrouwonvriendelijk ben) (Krijg ik dat weer) (Huu, huu, huu, huu) (Nee, ik mag niks zeggen) (Helemaal niet als je een man bent) Ik ben geen nicht, ik ben geen nicht Je zou het niet zeggen op het eerste gezicht Ik ben prettig op gewicht Zie goed gekleed gaan als een plicht Ik doe het leuk in neonlicht Maar ik ben geen nicht 'K vind het zelf ook een beetje raar Als echte kerel lijk ik nergens naar Ik maak prachtige gerechten klaar Met ijs ben ik een tovenaar Ik heb m'n eigen nagelschaar Ik ben af en toe een babbelaar Mijn huis is smaakvol ingericht Maar ik ben geen nicht Nee, nee, nee, nee, nee Ik ben geen nicht Ik ben geen nicht Nicht zijn is toch niet verplicht Ik haat ze niet, integendeel Ik mag ze graag, ik ken er veel M'n broer is homoseksueel Z'n humor is sensationeel Qua smaak zijn we gelijk gericht Maar ik ben geen nicht Nee, nee, nee, nee, nee Ik ben geen nicht Ik ben geen nicht Omdat nicht zijn mij niet ligt D'r is wel meer dat ik niet ben Ik ben geen AC-DC fan Geen Hans Anders opticien Geen omgebouwde caravan Geen stoephoer in het souterrain Geen achterneef van Job Cohen 'K heb nooit het vliegverkeer ontwricht En ik ben geen nicht Nee, nee, nee, nee, nee Ik ben geen nicht Ik ben geen nicht Stop mij maar in een gesticht Je denkt Jeroen, nou weet ik het wel Dat jij geen nicht bent, what the hell Interesseert ons echt geen reet Denk liever aan het wereldleed Het zorgstelsel uitgekleed Veel mensen nog analfabeet Verdonk die van geen wijken weet En er is kinderarbeidzweet De Sahara is te heet Het is kortom een roerig tijdsgewricht Precies, en ik ben geen nicht Ik ben geen nicht Ik ben geen nicht Ik ben geen nicht Ik ben (allemaal) Ik ben geen nicht Ik ben geen nicht Ik ben geen nicht Ik ben geen nicht