ZO GAAT DE MOLEN Zo gaat de molen, de molen, de molen, Zo gaat de molen, de mo-ho-len. Zo gaan de wieken, de wieken, de wieken, Zo gaan de wieken, de wie-hie-ken. Zo gaan de handjes, de handjes, de handjes, Zo gaan de handjes, de ha-ha-ndjes. Zo gaan de voetjes, de voetjes, de voetjes, Zo gaan de voetjes, de voe-hoe-tjes.