De jodelende fluiter Gaat op weg door bos en hei Maakt een praatje met de koeien In de wei (boe boe)Loopt dan opgewekt en vrolijk Zwaait eens lustig met zijn stok Maakt eens kennis met een geitje Of een bok (be be)En de kippen (tok tok tok)Of de vogels (fluit)Weten zich door hem vereerd Zelfs een varken knort goede morgen Als hij het kot passeert (knor knor) refrain: De jodelende fluiter Is een rare snuiter Als hij jodelt Wel dan fluit hij niet Als hij fluit Dan klinkt een vrolijk lied Hij kent vast geen zorgen of verdriet Omdat hij nooit ergens kwaad in ziet De jodelende fluiter Vond op weg ene grote hond Waar hij dad'lijk een hele goede Vriend in vond (waf waf)Samen liep hij met die keffer Rustig op een boerepad Maar ineens verscheen Een heel grote kat (miauw miauw)En de kater (blaas)En die blaffer (grom)Vielen vechtend op elkaar En een koekoek hoog in de bomen Keek hoofdschuddend ernaar (koek-koek) refrain