Juffertje Vink, wat zing je vinnig Juffertje Vink, ik min je innig Als een vinkje niet meer zal fluiten Zou 't toch geen vinkje meer zijn Juffertje Vink, wat zing je toch fijn Juffertje Vink, in de kersenboom Had toch zo'n harteverdriet Zij werd gekweld door een bange droom Haar vinkenprins kwam maar niet Toen zong zij, lokkend, haar mooiste lied De prins, die heeft het gehoord Hij werd verleid en hij floot verliefd 'T Vinkeliedje toen voor Juffertje Vink, wat zing je vinnig Juffertje Vink, ik min je innig Zullen wij een nestje gaan bouwen Heel m'n leven hou ik van jou Juffertje Vink, 'k zal voor je zorgen Juffertje Vink, geen vrees voor morgen Mus en ekster hou ik wel buiten Ook de and'ren krijg ik wel klein Juffertje Vink, wat zing je toch fijn Juffertje Vink en haar vinkenprins Die stichtten een vinkengezin Luister hoe flink in die boom daarginds Die vinkenfamilie nu zingt En waarom zou 't toch anders zijn Daar zijn de vinkjes toch voor Vinkjes, al zijn ze ook nog zo klein Die moeten zingen in koor Juffertje Vink, wat zing je vinnig Juffertje Vink, ik min je innig Zullen wij een nestje gaan bouwen Heel m'n leven hou ik van jou Juffertje Vink, 'k zal voor je zorgen Juffertje Vink, geen vrees voor morgen Mus en ekster hou ik wel buiten Ook de and'ren krijg ik wel klein Juffertje Vink, wat zing je toch fijn