Ik had een droom Ik woonde bovenop een berg In een ronde houten kamer Met kringelende wierook en rinkelende kopjes thee Ik was heel oud Ik droeg een kleine ronde bril Ik had lange witte haren Slanke stramme handen En een kromme rug Maar in mijn ogen brandde vuur Op een dag Kwam iemand uit het dal omhoog Ik schonk thee tussen de bloemen En zonder iets te zeggen Wist ik waarvoor hij bij me kwam Ik gaf hem raad De woorden vormden zich vanzelf En toen de zon ging zakken keek hij me aan en vroeg "Waar haal jij dit vandaan? Jij bent hier toch ook maar alleen?" Ik lachtte en zei Ik ben hier niet alleen Want er wonen vogels op mijn dak Ze komen bij me zitten Op mijn schouders En ik geef ze eten, elke dag Ze zingen in de morgen En 's-avonds kijk ik naar boven En zie de melkweg Met al haar sterren en de planeten Alle kometen Ik zie ze dansen Totdat het licht wordt En dan groet ik de vogels op mijn dak Ze komen bij me zitten op mijn schouders En ik geef ze eten elke dag Ze zingen in de morgen We zingen in de morgen