Mijn neefje was een jongen, hij wilde dat niet zijn. Hij speelde graag met meisjes, droeg een jurkje voor de gein. De mensen om hem heen die vonden dat wel raar. Maar ja hij kon d'r niks aan doen, zo zat hij in elkaar. We zingen: hé, kom maar uit de kast, kiekeboe! Stap maar naar buiten en kijk om je heen. Hé, kom maar uit de kast, kiekeboe! Hij kan het nu vertellen tegen iedereen. Hé, kom maar uit de kast, kiekeboe! Laat jezelf maar lekker gaan. M'n neef is nu m'n nicht. Hij zag opeens het licht Kom, kom. Kom maar uit de kast. Kiekeboe! Een stoere kerel is, wat hij niet meer wil zijn. Draagt liever hoge hakken, drinkt geen bier maar rode wijn. Na jaren heeft hij toch besloten er iets aan te doen. Nu staat er in haar paspoort Rosalie en geen Jeroen. We zingen: hé, kom maar uit de kast, kiekeboe! Stap maar naar buiten en kijk om je heen. Hé, kom maar uit de kast, kiekeboe! Hij kan het nu vertellen tegen iedereen. Hé, kom maar uit de kast, kiekeboe! Laat jezelf maar lekker gaan. M'n neef is nu m'n nicht. Hij zag opeens het licht Kom, kom. Kom maar uit de kast. Kiekeboe! Blijf niet in de kast, maar neem nu je besluit. Gooi die deuren open en kom er nu maar uit. Hé, kom maar uit de kast, kiekeboe! Stap maar naar buiten en kijk om je heen. Hé, kom maar uit de kast, kiekeboe! Hij kan het nu vertellen tegen iedereen. Hé, kom maar uit de kast, kiekeboe! Laat jezelf maar lekker gaan. M'n neef is nu m'n nicht. Hij zag opeens het licht Kom, kom. Kom maar uit de kast. M'n neef is nu m'n nicht. Hij zag opeens het licht Kom, kom. Kom maar uit de kast. Kiekeboe!