Verse glazen op het schap De vloer is bijna droog De dag is weer begonnen in café De Goede Hoop "'t leven is duur geworden", zegt den baas achter den toog "Maar hier is het bier nog altijd even goedkoop" Meneer De Smet weet maar al te goed wat em bedoelt Instemmend zit em te knikken op z'n vaste stoel 'T leven was niet mild voor onze stamgast En toen zijn stuur afbrak, toen werd zijn glas zijn enige handvat Alle vrouwen lieten hem alleen Altijd liever twee dan één Nu heeft em er geen één Hij kreeg nochtans ne kleine met zijn tweede vrouw Marleen Maar nu heeft zij het kind En hij zit met de alimentatie aan zijn been Weer een paar maanden achter met de huur Elke dag is em de eerste hier Stipt om 11 uur Eerst wat pinten, daarna drinkt em zijn whisky puur En klaagt em over 't leven tegen zijn buur En als 't café dan weer eens sluit Dan loopt em zwalpend terug naar huis Hij ziet z'n eigen in het glas van de etalages Terwijl de merel zachtjes fluit Gaat de straatverlichting uit En als em thuiskomt schenkt em nog een laatste glas in Iedereen wilt over de fouten van De Smet memmen "Hij moet zijn plek kennen" "Hij haalde die miserie zelf op zijn nek, en euh" "Nu moet em niet beginnen klagen, steen en been" Er valt iets voor te zeggen, maar het zit complex ineen Want oké, hij maakte fouten Maar het is ne goeie gast Ook al vielen er geregeld heel wat lijken uit de kast Maar dat was alleen op vlak van de vrouwen Want z'n familie en z'n collega's hebben altijd op hem kunnen bouwen Hij had zo veel vrienden Vroeger was em de man Maar toen het tegen zat, toen hoorde em er niks meer van De ene dag trekt ge de kudde naar de bron Maar als ge achteraan belandt Draait geen enkel van die beesten zich om (Huh) De verleiding werd Marcel De Smet te groot Aangetrokken tot het magnetisme van de goot Iedereen kijkt hem aan Zo van, "ge kunt het toch niet" De cirkel van een self-fulfilling prophecy En als 't café dan weer eens sluit Dan loopt em zwalpend terug naar huis Hij ziet z'n eigen in het glas van de etalages Terwijl de merel zachtjes fluit Gaat de straatverlichting uit En als em thuiskomt, schenkt em nog een laatste glas in (Nog één safke) (Nog één pintje) (Ik ga direct slapen) (Er is toch niemand wakker) (En alle lichtjes zijn uit) (En mijn lichtje is uit) (Nog één pintje) (Nog één pintje!) (Nog één pintje!) (Alstublieft!) (Ik wil nog één pintje drinken!) (Allez, geef mij nog één pintje!) (Please!) (Eén pintje) En als 't café dan weer eens sluit Dan loopt em zwalpend terug naar huis Hij ziet z'n eigen in het glas van de etalages Terwijl de merel zachtjes fluit Gaat de straatverlichting uit En als em thuiskomt schenkt em nog een laatste glas in