Ik zoom uit Vanuit mijn huis En ik wrijf over mijn dak Ik zeg bedankt voor alles Voor alles wat da je opvangt Langs de bovenkant Ge zijt de pet voor mijn pet En de huid voor mijn huid Je gaat alleen dicht als ik je sluit Je blijft staan, je zijt nooit luid Je houdt me droog, je houdt me warm Ik onthoud alleen je nooduitgang En ik onderhoud de batterijen van je brandalarm Ge zijt toch niet jaloers op een kerk of op een kathedraal Of het gebouw van financiën in Dubaï Overal staat er een tafel Met daaronder de stoelen En een kast om te koelen En een bed om te voelen En een bad om te spoelen