Thuis heb ik nog een ansichtkaart Waarop een kerk, een kar met paard, Een slagerij, J.van der Ven, Een kroeg, een juffrouw op de fiets, Het zegt u hoogstwaarschijnlijk niets O nee, maar het is waar ik geboren ben. Dit dorp, ik weet nog hoe 't was, De boerenkind'ren in de klas, Een kar die ratelt op de keien, Het raadhuis met een pomp ervoor, Een zandweg tussen koren door, Het vee, de boerderijen. En langs het tuinpad van m'n vader Zag ik de hoge bomen staan. (Zag ik de hoge bomen staan) Ik was een kind en wist niet beter Dan dat 't nooit voorbij zou gaan. En langs het tuinpad van m'n vader (Van m'n vader) Zag ik de hoge bomen staan. (Ik zag ze staan, ik zag ze staan) Ik was een kind (ik was een kind) en wist niet beter Oh, ik was een kind, ik wist niet beter Dat 't nooit voorbij zou gaan