Ik ben reeds jarenlang de koster Ik doe heel m'n werk met veel plezier Ik bemoei me nooit met andermans z'n zaken Ben altijd thuis nooit ook aan de zwier Hij leeft hier thuis en heel solide Zijn gezicht staat altijd in de kooi Want ik moet toch aan mijn zaakie denken En aan mijn dagelijkse fooi Refr.: Is dan mijn werk gedaan Dan kan ik de straat op gaan Dan zie je op de baan Geen koster meer voor je staan Dan zie je de vrolijke snuiter Als koster zo jong en fijn Want om altijd als koster te leven Moet je stapel mesjogge voor zijn Lang leve het bier en de klare Het heerlijk nat van Schiedam De vrouwen de wijn en de sigaren In ons heerlijk mooi Amsterdam Ben ik in Chili of Epe In elk cafe op het Rembrandtsplein Maar nou bepaald geen koster Of zoiets van die aard kan zijn Hij danst daar mijn foxtrotje En hij slaapt daar nooit alleen Want een koster is geen zotje Hij is een mens van vlees en been Refr. La la la la la la...