Ik lees de krant Jij föhnt je haar Houden we morgen nog steeds van elkaar? Jij belt je broer Ik kluts een ei Ben je ook volgende week nog van mij? Ik sproei de tuin, jij aait de kat Alles vertrouwd en zo veilig als wat Jij draait een plaat Ik ben niet bang Soms duurt het kort, maar soms duurt het ook lang Als je elkaar maar de ruimte kunt laten Herman en Karin die deden dat goed Hij hield van paarden, zij hielp bejaarden 'T Schijnt dat ze daar die Agoog heeft ontmoet En dat ze nu ook aan zuigelingenzorg doet Vreemd gaan mag best, dat is maar spel Het is niet het kernpunt, maar wat is het wel? Jij hebt je werk, ik run de tent Als jij een weekje in 't buitenland bent Ik speel met vuur, jij bent beheerst Toch deserteer jij misschien nog het eerst Ik zeg het nooit, jij bent niet dom Wat gaat er eigenlijk echt in je om? Als je elkaar nou maar alles kan zeggen Dus ongeveer zoals Hilde en Bram Zij kreeg misère in haar carrière Logisch dat hij dat gezeur niet meer nam Omdat 'ie niet aan zichzelf toe kwam Jij bent zo lief, ik nu en dan Blijf nog een beetje bij mij als het kan Jij leest de krant, ik ga naar bed Ik heb de vuilniszak buiten gezet