IK BEN Wie zal ons voeden, het brood met ons breken? Waar wordt de honger voor altijd gestild? In Christus alleen is het brood van het leven; Breekt het voor ieder, deelt het om niet. (Tegenstem: Bron van leven, ons gegeven, vol van liefde en vrede: Christus, Hij alleen!) Wie zal ons laven, de dorst van ons nemen? Waar is geen droogte, geen pijn of verlies? In Christus alleen is het water des levens; Reikt ons de beker, geeft het om niet. Wie spreekt de woorden van waarheid en leven? (/tegenstem) Waar wordt gevonden de zin van bestaan? (/tegenstem) In Christus alleen is de Waarheid gegeven; (/tegenstem) Weg tot de Vader, weg om te gaan. (/tegenstem) Wie zal onthullen hoe wij zijn geschonden? (/tegenstem) Waar komt er licht in ons donker verdriet? (/tegenstem) In Christus alleen worden harten gevonden; (/tegenstem) Licht van de wereld, licht dat ons ziet. (/tegenstem) ... Wie zal ons leven in liefde doen groeien? Waar zijn de vruchten die nooit meer vergaan? In Christus alleen zullen ranken volgroeien: Vruchten van vrede, recht van bestaan. (Tegenstem: Bron van leven, ons gegeven, vol van liefde en vrede: Christus, Hij alleen!) Wie zal ons zoeken tot wij zijn gevonden? (/tegenstem) Waar zoeken wij naar een toevlucht en thuis? (/tegenstem) Met Christus alleen, zijn wij eeuwig verbonden; (/tegenstem) Weidt ons in vrede, leidt ons naar huis. (/tegenstem) (Tegenstem: Bron van leven, ons gegeven, vol van liefde en vrede: Christus, Hij alleen! Christus, Hij alleen!)