De Heer is je schild en bevrijder, De redder die niet van je wijkt. Onder zijn vleugels ben je veilig. Zijn wieken beschermen. Zijn trouw is een veilig schild. In Gods nabijheid is geen angst meer Voor de plaag van de dag. Jou zal niets overkomen; Open je ogen En zie dat het kwaad vergaat. Wie in de schuilplaats van de Allerhoogste woont En overnacht in zijn schaduw, Zegt tegen de Heer: Mijn toevlucht, mijn vesting, mijn God! Ik vertrouw op U. Mijn toevlucht, mijn vesting, mijn God! IK vertrouw op U. Als je mag wonen bij de Hoogste Ben je veilig voor het kwaad. Engelen zullen je dragen. Je zult je niet stoten, Maar vertrapt de tegenstand. Ik bevrijd wie mij liefheeft En bescherm wie mij kent. Roep je mij aan, ik geef antwoord. In de nood ben ik bij je En bevrijd je van angst. Ik zal roem en overvloed geven. Ik zal je redding zijn. Ik zal je redding zijn.