PARELS De druppels in de slang worden parels, parels aan een ketting rond de hals van een godin De druppels in de slang worden parels aan een ketting rond de lelieblanke hals van een godin De druppels in de slang worden glanzend witte parels rond de lelieblanke hals van een godin De lelieblanke hals met de glanzend witte parels is de hals van mijn moeder, misschien Voel ik iets? Nee, ik voel niets Waarom, vraag ik, voel ik niets? Omdat ik zwerf, omdat ik zweef omdat ik ergens anders leef Omdat ik zweef, omdat ik droom omdat ik ergens anders woon De druppels op het raam van de kamer worden kleine diamanten in het oog van een godin De druppels op het raam worden kleine diamanten in het glinsterende oog van een godin De druppels in het raam, de kleine diamanten, worden glinsterende sterren in het oog van een godin De glinsterende sterren in het oog van de godin worden tranen, van mijn moeder, misschien Hij is uit op mijn leven maar mijn leven wijst hem af, zolang ik leef Hij is uit op mijn liefde maar mijn liefde wil hem niet, zolang ik droom DWAALLICHT Dwaallicht, dwaallicht, dwaal Leid me door de donkere gang leid me naar de achterste poort Leid me voort door de wolkende mist breng me naar de rand van de stad Voer me langs het donkerste pad dwaallicht, dans voor me uit door de nacht Leid me naar de grens van het land waar iedereen slaapt en geen hond ons verwacht Leid me onder het dak van de bomen leid me over het kleed van de sneeuw Voer me langs het kolkende water volg de beek tot aan de voet van de berg Leid me omhoog tot boven de wolken waar de top glanst in het licht van de maan Daar, in de ijle lucht, ben ik veilig van daar kun je me gerust laten gaan Dwaallicht, dwaallicht, dwaal Breng me maar weer terug naar mijn bed