Daar ghingen twee gespeelkens goet So ver aan gheen groen heyde, Die een voerde een heubscen moet, Die ander weende seere. Ik ween niet om mijn vaders goet, Ik ween niet om mijn eere; Wij twee hebben hetzelfde lief Maar God wie zal hem krijgen? Ghespele wel gespele goed, Laat mij m'n lief alleene Ik zal u mijn broeder geven Mijn vaders goet en deele Och uwen broeder en wil ik niet Noch uw vaders geld en goed. Ik heb veel liever mijn soete lief Dan zilver of root goude.